hoeve kunstbeen

Het oude huis

De kamers waren donkerder geworden,
Maar geen ding van zijn eigen plaats gezet,
En aan den wand, tusschen de blauwe borden,
Hing in ovalen lijstje het portret.

Zie de avond ernstig door het raam inkijken,
Het oude huis ruischt van muziek en zang –
Een stoet van bloemen gaat dalen en stijgen
Rondom waar moeder is, op het behang.

Moeder, ik ken je nog: je zacht gelaat,
De rimpeltjes om je gestorven oogen –
Zing weer van God, die altijd naast ons staat –

Ik heb zoo lang naar het portret gekeken
Dat de oogen glansden en haar mond ging spreken,
En ‘k hoorde vleugels, die door ’t huis heen vlogen.

Martinus Nijhoff (1894-1953)

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *